zondag 30 september 2012

ontspannen boerenkool

rauwe boerenkool klinkt niet bepaald als lekker om te eten. en dat is het ook niet echt. omdat boerenkool een van de meest gezonde groenten is en een stamppot niet echt mijn soort eten is, heb ik het een paar keer geprobeerd. het bleef iets stekeligs en hards wat voelt alsof je bent vergeten om er iets mee te doen. koken bijvoorbeeld. de oplossing kwam in de vorm van een recept op de blog mynewroots.blogspot.com. gemasseerde boerenkool, jawel. klinkt als onzin maar door de boerenkool een paar minuten in te wrijven met olijfolie en citroensap wordt het zacht en verandert het zowel van kleur als structuur. en het werd echt lekker. 

doe een halve zak boerenkool (driehonderd gram in dit geval) in een grote kom en giet er een flinke scheut olijfolie, zout, en een beetje citroensap overheen. kneed, of masseer, of wrijf, de olie in de boerenkool tot de kleur en structuur verandert. duurt ongeveer vier minuten. ik combineerde het op aanraden van mynewroots met druiven en avocado. daarbij maakte ik een misodressing van vier eetlepels olijfolie, een eetlepel citroensap,een halve eetlepel mosterd, een eetlepel witte misopasta, een teentje knoflook uit de pers, een gesnipperd sjalotje, een eetlepel maanzaad en zout en peper. het is lekker om de dressing er overheen te gieten en het even te laten staan zodat de smaken goed kunnen intrekken. ik deed er ook wat geroosterde amandelen bij.

roze olifant

schrijven over eten zonder te schrijven over mijn eetprobleem voelt bijna hypocriet. mijn eetprobleem is een groot deel van mijn leven dat ik niet wil negeren. al zou het alleen maar zijn om een paar misverstanden uit de wereld te helpen. of in ieder geval uit mijn wereld. 

ik vind het niet mooi om dun te zijn. heb ik nooit gevonden. met mijn toenemende controledrang was een bijkomend verschijnsel dat ik afviel. eerst een beetje, en toen een heleboel. heel geleidelijk zodat in ieder geval voor mezelf makkelijk vol te houden was dat het wel meeviel. ik heb nog nooit in mijn leven naar een foto van een prachtig dun model gekeken met het idee: zo wil ik zijn. zo mooi misschien, maar nooit zo dun. dun is nooit een doel geweest, het was een bijkomstigheid. alle goedbedoelde lobby's om meisjes te beschermen tegen mooie dunne modellen ten spijt; anorexia is een ziekte, zit in je hoofd en je hele lichaam en wordt meestal niet veroorzaakt door plaatjes van prachtige dunne vrouwen. eetstoornissen hebben net als verslavingen de meest uiteenlopende oorzaken. rianne meijer schreef een boek over haar eetstoornis, de ana-files, en verwoordde mijn gevoel meerdere keren precies. zoals hier: 

wie dun is, bewijst daarmee in staat te zijn zichzelf dingen te ontzeggen om zo de heilige graal te bereiken. anorexia nervosa is echter geen dieet, maar een psychiatrische aandoening. een eetstoornis definiëren als het verlangen naar het perfecte figuur is niet alleen een gênante simplificatie van het probleem, het is ook een belediging. wie simpelweg naar een ultiem ultraslank en gestroomlijnd lichaam verlangt, stopt op het moment dat die droom is bereikt en lijnt niet door tot haar lichaam niet veel meer is dan wat vel, pezen en botten. wie gewoon een paar kilo wil afvallen, kwelt zichzelf niet met eindeloos repeterende patronen van vasten, kotsen en sporten. in principe zijn er namelijk een hoop leukere dingen om met je tijd te doen dan jezelf compleet uit te hongeren. alsof ik me op een dag verveelde en toen besloot: goh, zo'n eetstoornis. dat is misschien wel lachen. alsof ik, als het zo simpel was om er van af te komen, niet allang gestopt was mezelf te kwellen. alsof ik ervan geniet de hele dag calorieën te tellen, drie uur te doen over een simpel tripje naar de supermarkt om dat ik niet weet wat ik moet kopen en altijd smoesjes paraat te hebben als iemand taart uitdeelt. alsof ik achterlijk ben.
dit raakt me, elke keer als ik het lees. omdat het zó precies verwoordt hoe ik er over denk. 

vooral omdat ik er zelf altijd van overtuigd was dat het mijn verantwoordelijkheid en schuld was dat ik mezelf zo uitputte, waren de meningen van de buitenwereld alleen maar een bevestiging.  achteraf vind ik het schokkend dat zo weinig mensen in staat bleken om iets verder te kijken dan hun eerste oordeel. ongetwijfeld goed bedoelde opmerkingen over niemand die dun mooi vindt (vooral mannen niet hoor!), dat het maar eten is en de vraag of ik geen grotere problemen had om me druk over te maken, hielpen ook niet echt. natuurlijk was het mijn schuld, zo voelde het, ik deed gewoon niet genoeg om beter te worden. en besefte ik dan niet wat ik iedereen aandeed door mezelf uit te hongeren? alsof ik niet constant bezig was met wat ik iedereen aandeed. alsof ik niet alles wilde doen om mijn lievelingsmensen mijn ellende te besparen. alsof ik het leuk vond om mijn ouders te zien huilen en te horen dat ze bang zijn dat ik in mijn slaap dood ga. alsof anorexia een lastige hobby was waar ik nou toch wel eens mee kon stoppen. zo sterk was het dus, die anorexia. niets maakte meer uit, mijn wereld was eten en vooral niet eten. 
  
anorexia zien als ziekte en niet als iets wat ik mezelf aandeed was voor mij de grootste verandering en de grootste stap in de richting van beter worden. als je het kunt zien als een externe factor, namelijk gewoon als een ziekte, in plaats van iets wat je zelf doet is volgens mij de belangrijkste stap ik moest maken. iets van buitenaf is namelijk een stuk makkelijker te bestrijden dan iets wat een deel van jezelf is. natuurlijk is er ook zoiets als eigen verantwoordelijkheid maar ik heb wel gemerkt dat dat gedeelte maar klein is vergeleken met dat enorme deel ziek zijn. die eigen verantwoordelijk begint pas in aandeel toe te nemen als het ziek zijn wat minder wordt. dan kun je ook gaan werken aan andere manieren om met moeilijke dingen en lastige emoties om te gaan in plaats van het op te lossen met eten en niet eten en je eigen verantwoordelijkheid op die manier nemen. anorexia zorgt gewoon voor een stem in je hoofd die zo sterk is dat je er met intelligentie noch wilskracht of genoeg schuldgevoel tegenop kunt, maar dat is iets wat ik pas nu zie.

mijn nieuwe identiteit van charlot, dun, kwam me goed uit. ik wist alleen nog maar wie ik allemaal wilde zijn en had geen idee meer wie ik zelf was en kon worden. hoe dunner ik werd, hoe rustiger het in mijn hoofd werd. dun en ziek volstond, ik kon niets anders meer en met de kilo's viel die last van me af. dun leidde af van alles wat ik nog meer kon zijn. lelijk, dom, ongezellig en raar maar ook slim, grappig en sociaal. ik was alleen nog maar dun en dat was heerlijk rustig. eindelijk iets wat me definieerde, wat me anders maakte dan anderen. nu hoefde ik me geen zorgen meer te maken over mezelf ten opzichte van anderen. boven alles was ik dun. en vooral: dunner dan zij en dus eindelijk goed in iets, en onderscheidend. nog zo'n kloppend cliché. daarbij maakte iedereen zich zorgen om me. dat vond ik vooral verschrikkelijk maar bracht ook voordelen met zich mee. zolang ik zo ziek was, verwachtte niemand van me dat ik nog iets zou kunnen, laat staan dat ik prestaties zou leveren. en dat was precies wat er zo fijn was aan het ziek zijn. mensen in mijn omgeving vonden het al een wonder als ik weer een dag had overleefd, de verwachtingen waren nog nooit zo laag. mijn enige taak was blijven leven en aangezien het toch allemaal heus niet zo erg was en het wel meeviel leek me dat geen grote opgave. en dan kun je het eigenlijk alleen maar goed doen. wat een geruststelling. 

maar natuurlijk was het allemaal schijn. schijncontrole, schijnveiligheid, schijngeruststelling. ik had het gevoel dat ik alles in de hand had maar ik feite glipte mijn leven steeds meer door mijn vingers. steeds schoven mijn grenzen een beetje op. bij elke kilo die ik kwijtraakt nam ik me voor om daarná te stoppen met afvallen. dat dacht ik nog steeds nadat ik vijftien kilo kwijt was. en ik bleef denken dat ik nog terug kon. dat ik weer gewóón kon gaan eten en verder kon gaan met leven. omdat het allemaal een keuze leek, iets wat ik in de hand had. ik kwam bedrogen uit want gewóón raakte steeds verder weg. er was alleen nog maar eten en niet eten, de rest van de wereld trok in de verte aan me voorbij. mijn grootste geluk was mijn werk. mijn werk bij een eetwinkel met bazen die mijn vrienden en houvast werden. de verplichting, hoe zwaar soms ook, zorgde ervoor dat ik niet verdronk. en dat ik niet helemaal veranderde in een kluizenaar, hoewel ik daar goed mijn best voor deed. ik slaagde er in het grootste deel van mijn sociaal best bloeiende leven af te kappen. de belangrijkste mensen lieten zich niet wegjagen en zijn er ook nu nog, tot mijn immer voortdurende verbazing. 

mijn plan is om op deze weblog recepten te blijven schrijven. dat was mijn idee en is waar ik het liefste mee bezig ben. toch wil ik ook af en toe iets schrijven over mijn eetprobleem omdat ik denk dat een schrijnend tekort is aan mensen die hier op een normale manier over schrijven zonder huilerig of sentimenteel te worden. waar ik zelf echt behoefte aan had, was aan verhalen van mensen die zonder opgenomen te worden in kliniek beter zijn geworden. het is moeilijk om over een eetprobleem te praten of schrijven zonder te verzanden in overtuigd zelfmedelijden en melodramatische clichés maar ik ga het toch proberen. door het kookboek van sophie dahl weet ik dat de combinatie van recepten en verhalen over een eetprobleem niet vervelend maar verfrissend en inspirerend kan zijn.

het beste van een weblog is het vrijblijvende. niemand hoeft het te lezen, iedereen die het gezeur vindt kan het wegklikken en als niemand het leest heb ik zelf in ieder geval alles nog eens opgeschreven én mijn recepten ergens opgeschreven. winst alom. het lijkt me vooral goed voor mezelf om sommige dingen nu eens hardop te schrijven.

 

dinsdag 18 september 2012

hummusmoeheid (voor kat)

iets hartigs, veganistisch voor op brood. geen hummus. tartex bijvoorbeeld, een soort paté. hoe moeilijk kan het zijn om dat zelf te maken? best moeilijk, zo blijkt. tartex is gemaakt op basis van gist en palmpitvet en ik heb geen idee hoe je daar iets eetbaars van kunt maken. tofuspread dan maar? bij gebrek aan een betere naam hou ik het daar maar op. tofu is een dankbaar product om iets smeerbaars van te maken en doordat het geen overheersende smaak van zichzelf heeft, kun je alle smaken toevoegen die je lekker vindt.
voor de zongedroogde tomatenversie meng je honderd gram tofu met een staafmixer of in een keukenmachine met een teentje knoflook, drie gedroogde tomaatjes en een scheutje van de olie uit het potje en een half groentebouillonblokje tot een mooie gladde massa. ik deed er ook een eetlepel edelgistvlokken door voor extra hartigheid.

met dit recept kun je eindeloos variëren. bijvoorbeeld met honderd gram tofu, een teentje knoflook, twee stukjes gegrilde paprika uit een pot (zonder vel), een halve eetlepel gerookt paprikapoeder, een paar gedroogde chilivlokken, een scheutje olijfolie, een beetje citroensap, een scheutje honing of agavesiroop, een half groentebouillonblokje en een eetlepel edelgistvlokken.

of bak een handje fijngesneden kastanjechampignons in een scheutje olijfolie met een teentje knoflook en een beetje citroensap en meng je dat tot een gladde massa met een half groentebouillonblokje en een eetlepel edelgistvlokken.

als je net als ik kruidenplantjes hebt, kun je ook een teentje knoflook met een handje verse kruiden, een half groentebouillonblokje, een scheutje olijfolie en een eetlepel edelgistvlokken mengen met de tofu. 

(edelgistvlokken kun je bij de natuurwinkel kopen. het heeft een typische, hartige smaak en is lekker over bijvoorbeeld soep of salades. als je dat niet hebt kun je een beetje zout gebruiken om te zorgen dat het niet flauw wordt. gerookt paprikapoeder (pimentón de la vera) heb ik bij meeuwig & zn. in amsterdam gekocht maar kun je ook in andere olijfoliewinkels of spaanse winkels kopen. je kunt ook gewoon paprikapoeder gebruiken maar dan mis je het rokerige smaakje dat het zo lekker maakt.voor de kruidentofuspread kun je het beste zachte kruiden als bieslook, basilicum en munt nemen en niet de houtachtige soorten als rozemarijn en tijm. ik heb geen keukenmachine maar gebruik voor dit soort dingen vaak het hakmolentje dat bij mijn staafmixer zit. werkt prima) 

maandag 17 september 2012

wortelsalade

toen ik probeerde de goddelijke wortelsalade van maass na te maken die ze bij marqt verkopen, was het resultaat boven verwachting. sindsdien maak ik het heel vaak. oranjebloesemwater kun je bij de toko kopen maar als je te veel gebruikt smaakt alles naar parfum dus doe vooral voorzichtig. meng voor de dressing een scheutje witte balsamicoazijn met een paar druppels oranjebloesemwater, een scheutje honing of agavesiroop, twee scheutjes olijfolie,zout en peper. doe daar een zakje geraspte wortel bij of rasp vier wortels als je van intensieve keukenarbeid houdt. hussel even goed en bestrooi met een flinke hand geroosterde amandelschilfers.

(dat roosteren van de amandelschilfers doe je in een droge pan of in de oven op honderdtachtig graden. blijf er wel bij want, en ik spreek uit ervaring, ze verbranden meteen als je je omdraait en verbrande noten zijn vies. je kunt ook amandelmeel gebruiken in plaats van amandelschilfers. scheelt roosteren en is minstens zo lekker. fijngeknipte platte peterselie of koriander is hier ook erg lekker bij!)

zondag 16 september 2012

havermoutinspiratie

geef havermout een tweede kans: dat slechte imago is onverdiend. het geeft je lang energie en een verzadigd gevoel. dit is het basisrecept voor hot oatmeal, in het engels klinkt het een stuk lekkerder. verwarm in een pannetje een halve cup havermout met een cup amandelmelk of andere melk met een banaan in plakjes, een beetje lijnzaad of chiazaadjes, een snufje zout en koekkruiden of kaneel. het is belangrijk om te blijven roeren tot de havermout het vocht heeft opgenomen anders brandt het makkelijk aan. eet met wat geroosterde pompoen- of zonnebloempitten en wat agavesiroop of honing

als je geen zin hebt om een paar minuten in een pannetje te roeren zijn overnight oats de oplossing. wederom klinkt het goed in het engels; koelkasthavermout mist net een beetje charme. doe een halve cup havermout in een mooi kommetje met een cup amandelmelk of andere melk met een banaan in plakjes, een paar dadels in reepjes, koekkruiden of kaneel, roer even en dek het af met plasticfolie. na een nachtje in de koelkast is het klaar. helemaal lekker is om het met een beetje notenpasta en jam te eten of met een scheutje agavesiroop.

of maak havermout-spelt scones om jezelf te overtuigen. doe driehonderd gram speltbloem, honderdvijftig gram havermout, een zakje bakpoeder, een snufje zout, vijftig gram rietsuiker en honderdvijfentwintig gram koude boter in blokjes in een kom. wrijf de boter door de bloem en havermout tot je grove korrels deeg hebt. giet er wat karnemelk bij, net genoeg tot je een samenhangende bal kunt maken. leg een stuk bakpapier op je aanrechtblad en druk de bal deeg uit tot een plak van ongeveer twee centimeter dikte. steek met een glas de scones er uit en leg ze op een stuk bakpapier. bak ze ongeveer een kwartiertje in een oven die je hebt voorverwarmd op tweehonderdtwintig graden. eet ze met gezouten boter en jam. 

(eigenlijk moet je je aanrechtblad bestuiven met bloem maar dat vind ik onhandig want alles zit daarna onder de bloem, inclusief ikzelf. ik gebruik meestal de suikervrije jam van zonnatura of de natuurwinkel. notenpasta kun je bij elke natuurwinkel kopen, niet verwarren met de gezoete soorten uit de supermarkt!)

troost

lievelingseten is als lievelingsmuziek of lievelingsfilms kiezen: kan niet. toch valt zelfgemaakte soep wel in de categorie lievelings, zeker in de winter. omdat een pan soep maken makkelijk, zeer bevredigend en bovenal ontzettend troostrijk is, doe ik het zo vaak mogelijk. de basis is eigenlijk altijd hetzelfde. ik fruit een ui met grof gehakte knoflook en een beetje chilivlokken in een beetje kokosolie op een heel zacht vuurtje tot de ui zacht is. daarna doe ik de groente erbij en bak ik dat op een iets hoger vuur even mee zodat de smaken goed loskomen. bouillon erbij, zachtjes laten koken tot de groente zacht is en pureren met de staafmixer. neem hierna vooral even de tijd om goed naar het resultaat te kijken. eet. en deel het uit als het lekker genoeg is. deze soep van wortel met zoete aardappel en appel heb ik al honderd keer gemaakt en kan niet mislukken. door het heel goed te pureren met een staafmixer wordt de soep heel romig zonder room te gebruiken.

begin zoals ik hierboven heb opgeschreven en snijd terwijl de ui glazig wordt een kilo winterwortel, een zoete aardappel en een appel in stukken. doe ze bij de ui en de knoflook en bak even mee. doe er na een paar minuten water en de bouillonblokjes bij, de groenten moeten nét onder staan. per halve liter water heb je een bouillonblokje nodig, ik gebruik bijna altijd de blokjes van zonnatura omdat daar geen suiker of gehard vet in zit. laat de soep met de deksel half op de pan zachtjes koken tot de groenten zacht genoeg zijn om te pureren. dat duurt ongeveer een half uurtje. gebruik een goede staafmixer en pureer de soep net zo lang tot het een geheel is en het er mooi romig uitziet. proef goed! serveer in een mooi kommetje met wat vers gemalen peper, fijngeknipte platte peterselie en wat geroosterde pompoenpitten

(als je net als ik van pittig houdt kun je een eetlepel harissa met de ui mee fruiten. je kunt de chilivlokken dan weglaten)

quinoa!

genoeg gevolgd, nu wil ik zelf wel eens iets maken. een blog dus, over eten. ik begin met een quinoasalade met nectarine en geitenkaas die je koud of warm kunt eten. als je je afvraagt wat quinoa is: http://thestonesoup.com/blog/2010/06/12-things-you-should-know-about-quinoa/

breng ongeveer 100 gram quinoa in twee keer zo veel water met zout aan de kook komen en doe de deksel er op. laat zeven minuten koken, zet het vuur uit en laat nog een minuut of tien staan zodat de quinoa al het vocht opneemt. snijd een nectarine in partjes, rooster een handje bruine amandelen even in een droge pan en hak ze in stukjes. meng in een ander kommetje een scheutje honing of agavesiroop, een scheutje witte balsamicoazijn of witte wijnazijn en twee scheutjes lekkere olijfolie met peper en zout en giet over de nog warme quinoa. het is lekker om dit even te laten staan zodat de smaken goed kunnen intrekken. doe de nectarine met de amandelen en een beetje salie bij de quinoa en verkruimel er een beetje  geitenkaas over. 

(appel in plaats van nectarine, dragon in plaats van salie en andere noten of geroosterde pompoenpitten in plaats van amandelen is ook lekker)