zondag 30 september 2012

roze olifant

schrijven over eten zonder te schrijven over mijn eetprobleem voelt bijna hypocriet. mijn eetprobleem is een groot deel van mijn leven dat ik niet wil negeren. al zou het alleen maar zijn om een paar misverstanden uit de wereld te helpen. of in ieder geval uit mijn wereld. 

ik vind het niet mooi om dun te zijn. heb ik nooit gevonden. met mijn toenemende controledrang was een bijkomend verschijnsel dat ik afviel. eerst een beetje, en toen een heleboel. heel geleidelijk zodat in ieder geval voor mezelf makkelijk vol te houden was dat het wel meeviel. ik heb nog nooit in mijn leven naar een foto van een prachtig dun model gekeken met het idee: zo wil ik zijn. zo mooi misschien, maar nooit zo dun. dun is nooit een doel geweest, het was een bijkomstigheid. alle goedbedoelde lobby's om meisjes te beschermen tegen mooie dunne modellen ten spijt; anorexia is een ziekte, zit in je hoofd en je hele lichaam en wordt meestal niet veroorzaakt door plaatjes van prachtige dunne vrouwen. eetstoornissen hebben net als verslavingen de meest uiteenlopende oorzaken. rianne meijer schreef een boek over haar eetstoornis, de ana-files, en verwoordde mijn gevoel meerdere keren precies. zoals hier: 

wie dun is, bewijst daarmee in staat te zijn zichzelf dingen te ontzeggen om zo de heilige graal te bereiken. anorexia nervosa is echter geen dieet, maar een psychiatrische aandoening. een eetstoornis definiëren als het verlangen naar het perfecte figuur is niet alleen een gênante simplificatie van het probleem, het is ook een belediging. wie simpelweg naar een ultiem ultraslank en gestroomlijnd lichaam verlangt, stopt op het moment dat die droom is bereikt en lijnt niet door tot haar lichaam niet veel meer is dan wat vel, pezen en botten. wie gewoon een paar kilo wil afvallen, kwelt zichzelf niet met eindeloos repeterende patronen van vasten, kotsen en sporten. in principe zijn er namelijk een hoop leukere dingen om met je tijd te doen dan jezelf compleet uit te hongeren. alsof ik me op een dag verveelde en toen besloot: goh, zo'n eetstoornis. dat is misschien wel lachen. alsof ik, als het zo simpel was om er van af te komen, niet allang gestopt was mezelf te kwellen. alsof ik ervan geniet de hele dag calorieën te tellen, drie uur te doen over een simpel tripje naar de supermarkt om dat ik niet weet wat ik moet kopen en altijd smoesjes paraat te hebben als iemand taart uitdeelt. alsof ik achterlijk ben.
dit raakt me, elke keer als ik het lees. omdat het zó precies verwoordt hoe ik er over denk. 

vooral omdat ik er zelf altijd van overtuigd was dat het mijn verantwoordelijkheid en schuld was dat ik mezelf zo uitputte, waren de meningen van de buitenwereld alleen maar een bevestiging.  achteraf vind ik het schokkend dat zo weinig mensen in staat bleken om iets verder te kijken dan hun eerste oordeel. ongetwijfeld goed bedoelde opmerkingen over niemand die dun mooi vindt (vooral mannen niet hoor!), dat het maar eten is en de vraag of ik geen grotere problemen had om me druk over te maken, hielpen ook niet echt. natuurlijk was het mijn schuld, zo voelde het, ik deed gewoon niet genoeg om beter te worden. en besefte ik dan niet wat ik iedereen aandeed door mezelf uit te hongeren? alsof ik niet constant bezig was met wat ik iedereen aandeed. alsof ik niet alles wilde doen om mijn lievelingsmensen mijn ellende te besparen. alsof ik het leuk vond om mijn ouders te zien huilen en te horen dat ze bang zijn dat ik in mijn slaap dood ga. alsof anorexia een lastige hobby was waar ik nou toch wel eens mee kon stoppen. zo sterk was het dus, die anorexia. niets maakte meer uit, mijn wereld was eten en vooral niet eten. 
  
anorexia zien als ziekte en niet als iets wat ik mezelf aandeed was voor mij de grootste verandering en de grootste stap in de richting van beter worden. als je het kunt zien als een externe factor, namelijk gewoon als een ziekte, in plaats van iets wat je zelf doet is volgens mij de belangrijkste stap ik moest maken. iets van buitenaf is namelijk een stuk makkelijker te bestrijden dan iets wat een deel van jezelf is. natuurlijk is er ook zoiets als eigen verantwoordelijkheid maar ik heb wel gemerkt dat dat gedeelte maar klein is vergeleken met dat enorme deel ziek zijn. die eigen verantwoordelijk begint pas in aandeel toe te nemen als het ziek zijn wat minder wordt. dan kun je ook gaan werken aan andere manieren om met moeilijke dingen en lastige emoties om te gaan in plaats van het op te lossen met eten en niet eten en je eigen verantwoordelijkheid op die manier nemen. anorexia zorgt gewoon voor een stem in je hoofd die zo sterk is dat je er met intelligentie noch wilskracht of genoeg schuldgevoel tegenop kunt, maar dat is iets wat ik pas nu zie.

mijn nieuwe identiteit van charlot, dun, kwam me goed uit. ik wist alleen nog maar wie ik allemaal wilde zijn en had geen idee meer wie ik zelf was en kon worden. hoe dunner ik werd, hoe rustiger het in mijn hoofd werd. dun en ziek volstond, ik kon niets anders meer en met de kilo's viel die last van me af. dun leidde af van alles wat ik nog meer kon zijn. lelijk, dom, ongezellig en raar maar ook slim, grappig en sociaal. ik was alleen nog maar dun en dat was heerlijk rustig. eindelijk iets wat me definieerde, wat me anders maakte dan anderen. nu hoefde ik me geen zorgen meer te maken over mezelf ten opzichte van anderen. boven alles was ik dun. en vooral: dunner dan zij en dus eindelijk goed in iets, en onderscheidend. nog zo'n kloppend cliché. daarbij maakte iedereen zich zorgen om me. dat vond ik vooral verschrikkelijk maar bracht ook voordelen met zich mee. zolang ik zo ziek was, verwachtte niemand van me dat ik nog iets zou kunnen, laat staan dat ik prestaties zou leveren. en dat was precies wat er zo fijn was aan het ziek zijn. mensen in mijn omgeving vonden het al een wonder als ik weer een dag had overleefd, de verwachtingen waren nog nooit zo laag. mijn enige taak was blijven leven en aangezien het toch allemaal heus niet zo erg was en het wel meeviel leek me dat geen grote opgave. en dan kun je het eigenlijk alleen maar goed doen. wat een geruststelling. 

maar natuurlijk was het allemaal schijn. schijncontrole, schijnveiligheid, schijngeruststelling. ik had het gevoel dat ik alles in de hand had maar ik feite glipte mijn leven steeds meer door mijn vingers. steeds schoven mijn grenzen een beetje op. bij elke kilo die ik kwijtraakt nam ik me voor om daarná te stoppen met afvallen. dat dacht ik nog steeds nadat ik vijftien kilo kwijt was. en ik bleef denken dat ik nog terug kon. dat ik weer gewóón kon gaan eten en verder kon gaan met leven. omdat het allemaal een keuze leek, iets wat ik in de hand had. ik kwam bedrogen uit want gewóón raakte steeds verder weg. er was alleen nog maar eten en niet eten, de rest van de wereld trok in de verte aan me voorbij. mijn grootste geluk was mijn werk. mijn werk bij een eetwinkel met bazen die mijn vrienden en houvast werden. de verplichting, hoe zwaar soms ook, zorgde ervoor dat ik niet verdronk. en dat ik niet helemaal veranderde in een kluizenaar, hoewel ik daar goed mijn best voor deed. ik slaagde er in het grootste deel van mijn sociaal best bloeiende leven af te kappen. de belangrijkste mensen lieten zich niet wegjagen en zijn er ook nu nog, tot mijn immer voortdurende verbazing. 

mijn plan is om op deze weblog recepten te blijven schrijven. dat was mijn idee en is waar ik het liefste mee bezig ben. toch wil ik ook af en toe iets schrijven over mijn eetprobleem omdat ik denk dat een schrijnend tekort is aan mensen die hier op een normale manier over schrijven zonder huilerig of sentimenteel te worden. waar ik zelf echt behoefte aan had, was aan verhalen van mensen die zonder opgenomen te worden in kliniek beter zijn geworden. het is moeilijk om over een eetprobleem te praten of schrijven zonder te verzanden in overtuigd zelfmedelijden en melodramatische clichés maar ik ga het toch proberen. door het kookboek van sophie dahl weet ik dat de combinatie van recepten en verhalen over een eetprobleem niet vervelend maar verfrissend en inspirerend kan zijn.

het beste van een weblog is het vrijblijvende. niemand hoeft het te lezen, iedereen die het gezeur vindt kan het wegklikken en als niemand het leest heb ik zelf in ieder geval alles nog eens opgeschreven én mijn recepten ergens opgeschreven. winst alom. het lijkt me vooral goed voor mezelf om sommige dingen nu eens hardop te schrijven.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten